Georgische opstand op Texel

De bevrijding van Texel is wel een heel bijzonder verhaal. Je zou kunnen zeggen dat daar op 17 juni, met het vertrek van wat over is van het Georgische bataljon, de oorlog eindigt. Op 29 augustus viert men pas de bevrijdingsfeesten. Maar er zitten verschillende kanten aan dit gewelddadige, bloederige verhaal.

 

Tijdens de opmars van de Duitse legers in Rusland maken zij veel krijgsgevangenen. Deze worden in kampen ondergebracht en leven onder erbarmelijke omstandigheden. Niet allen zijn trouwe volgelingen van Stalin. Net als Hitler behandelt ook hij niet al zijn onderdanen even goed. Wanneer de Duitse legerleiding besluit dat er onder krijgsgevangenen kan worden gerekruteerd voor Duitse dienst, melden zich velen aan.

Majoor Klaus Breitner decoreert in Zandvoort de in traditioneel Kaukasische klederdracht geklede 1e luitenant Basilius Indschia. Luitenant Schalwa Loladze, de leider van de Georgische opstand, staat rechts op de foto.

Ostbataljons
In de loop van de oorlog ontstaan zo 52 zogenaamde Ostbataljons. Deze worden niet ingezet voor de strijd aan het oostfront. De vrees bestaat dat ze direct weer zullen overlopen. De Ostbataljons worden ingezet aan het westfront. Daar vervangen zij Duitse soldaten die naar het oostfront vertrekken en bemannen zij delen van de Atlantikwall.

 

Georgische bataljon
Op 6 februari 1945 lost een Georgisch bataljon van ongeveer 800 man een Kaukasisch bataljon af op Texel. Daarvoor zijn zij in Zandvoort gelegerd.  Op Texel ligt ook een bataljon van zo’n 1.200 Duitse militairen. Hoe de oorlog werkelijk voor de Wehrmacht verloopt horen de Georgiërs via hun contacten in het verzet, eerst in Zandvoort en later op Texel.

 

Vrees voor represailles
Er dreigen voor hen twee toekomstbeelden: te worden ingezet tegen geallieerde troepen in Oost-Nederland en de vrees voor represailles bij terugkeer in Rusland na de oorlog. De Georgiërs hadden natuurlijk verraad gepleegd. Zij waren in dienst getreden bij de vijand. Vanuit deze vooruitzichten ontstaat het plan om in opstand te komen tegen de Duitse troepen op Texel om zo het blazoen schoon te poetsen.

De Georgische Luitenant Sjalwa Loladze, leider van de Georgische opstand.

Messen en dolken
Op 5 april krijgt de bataljonscommandant van de Georgiërs, Sjalwa Loladze, van de Duitsers het bevel om de troepen gereed te maken voor vertrek naar het front in Oost-Nederland. De Georgiërs besluiten dan hun plan uit te voeren in de vroege morgen van 6 april. De moordpartij begint om één uur in de morgen. Op verschillende plekken van het eiland vermoorden zij enkele honderden Duitse soldaten met messen en dolken. Zo konden zij stil te werk gaan zonder de Duitsers te alarmeren. Omdat er op zeker moment toch wordt geschoten mislukt de opzet om alle Duitsers uit te schakelen. Op dat moment hebben de opstandelingen tweederde van het eiland in handen. Maar de Duitsers beginnen een tegenoffensief en roepen de hulp in van Duitse eenheden bij Den Helder.

Bloedige strijd
De ondergrondse organisatie op Texel wordt ook bij de opstand betrokken. Texelse mannen worden door de Georgiërs opgeroepen om mee te vechten, maar de opkomst is nihil. De Duitsers pakken veertien willekeurige Texelaars op die zij verdenken van steun aan de Georgiërs. De gijzelaars worden met een vrachtwagen naar De Mok in het zuiden gebracht. Onderweg ontsnappen vier mannen. De rest wordt bij aankomst gefusilleerd. De komende dagen ontstaat een bloedige strijd. Er komen hulptroepen uit Den Helder. De kanonnen aldaar worden op het eiland gericht evenals de kanonnen van de West-Batterij op Vlieland. Beetje bij beetje worden de Georgiërs teruggedrongen. Gevangengenomen strijders worden direct gefusilleerd. Het laatste opstandige bolwerk is rond de vuurtoren bij Eierland.

 

Aankomst Canadezen op Texel
Op 20 mei komt het 1e Canadese legerkorps aan op Texel. 21 mei worden de Duitsers afgevoerd naar Den Helder. Hiervandaan vertrekken zij naar Wilhelmshaven. Het eiland blijft achter in shock.  117 Texelaars hebben het leven gelaten. Rond 600 Duitse militairen en waarschijnlijk 565 Georgiërs hebben de strijd niet overleefd. 467 van hen worden begraven op de Hoge Berg.

 

De begraafplaats krijgt de naam van de commandant: Loladze. 15 juni wordt er al een eerste monument opgericht. Dit wordt kort daarop al besmeurd door onbekenden die het niet eens zijn met dit eerbewijs. 17 juni vertrekken de 236 overlevende Georgische strijders per boot vanuit Oudeschild naar Wilhelmshaven.

 

Gemengde gevoelens
De eilandbewoners blijven achter met zeer gemengde gevoelens. Het eiland is verdeeld in zijn mening. Sommigen zien de opstandelingen als helden die het waagden om tegen de Duitse bezetter te strijden, iets wat de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet durfde. Anderen zien hen als verraders, sluipmoordenaars die eerst tegen Stalin en daarna tegen hun Duitse meerderen in opstand komen.  Zonder opstand waren er geen doden gevallen. De hele oorlog verliep betrekkelijk rustig, net als op de andere eilanden. De Georgische opstand heeft veel slachtoffers gekost aan alle zijden zonder resultaat.

 

Heldenstatus
De uitkomst is voor iedereen verschrikkelijk. Wel moet worden gezegd dat het restant van het Georgische bataljon bij terugkomst in de Sovjetunie als enige van de Ostbataljons de heldenstatus ten deel valt. Alle andere bataljons verdwijnen voor lange tijd in strafkampen.