De jaren '50

De ravage in Nederland is na afloop van de oorlog groot. In het kustgebied van Holland en Zeeland zijn 15.000 woningen gesloopt. 300.000 inwoners  zijn verjaagd. Grote delen van West-Nederland staan onder water. Om het lozen van al dit water mogelijk te maken worden eerst de spuisluizen van de Afsluitdijk gerepareerd. De Heftorens van de sluisdeuren waren door de Duitsers vernield. Het op gang brengen van de voedselproductie in alle ondergelopen gebieden heeft een hoge prioriteit.

 

Wadden onbeschadigd
Behalve Texel zijn de Waddeneiland de oorlog vrijwel onbeschadigd doorgekomen. Er moeten natuurlijk nog wel mijnen en veel prikkeldraad worden verwijderd. Maar als dat is gebeurd kunnen de eerste toeristen weer worden ontvangen.

Sloop van bunkers van de Noord-batterij op Texel door de firma Daalder uit Alkmaar. Het boren en plaatsen van explosieven werd uitgevoerd door de firma Kruk uit Beverwijk.

Delfzijl en omgeving
In Delfzijl en omgeving, op Texel en zeker in Den Helder moet nog heel wat gebeuren voor de oorlogswonden zijn hersteld. In Den Helder begint de wederopbouw met het bouwen van Oostenrijkse woningen in Huisduinen en met de herbouw van Oud Den Helder.  De vraag was echter of de marine na de oorlog zou terugkeren in de stad. In 1948 wordt hiertoe definitief besloten en kan aan de uitbreiding van Den Helder worden gedacht. In Nieuw Den Helder worden noodwoningen gebouwd die zeventig jaar en een grondige renovatie later nog steeds worden bewoond.

Afbraak Atlantikwall
In deze periode begint men ook met de afbraak van de Atlantikwall. De bunkers zijn op dat moment gehate resten van een zwarte periode. Die herinnering, vindt men, kan beter worden weggepoetst. Men kijkt niet terug, maar vooruit. Op een aantal plekken staan ze ook een goede waterstaatkundige verdediging van de kust in de weg.  Veel beton verdwijnt in die periode onder de slopershamer, maar vooral ook met gebruik van explosieven. Na de stormvloed van 1953 zakken veel bunker van de duinerij op het strand. Daar worden ze alsnog opgeruimd.

De jaren '50 en '60
Toch kan de jeugd in de jaren '50 en '60 nog volop spelen in de resten van wat eens een serieuze verdedigingslinie was. Niet alleen Nederlandse jongens en meisjes ontdekken de spannende bouwwerken uit het jongste verleden. Ook de Duitse jeugd komt in contact met de bunkers die de generatie van hun ouders heeft achtergelaten.

Kinderen spelen op de Freiburg II radar. (Vlieland)

Na 1950
Na 1950 komen de eerste Duitse toeristen weer naar de kust en de eilanden. Eerst schoorvoetend, maar al gauw in drommen. Alsof ze nooit zijn weggeweest. Men had daar in het kustgebied - begrijpelijk - aanvankelijk moeite mee. Maar zoals de hoofdonderwijzer van Petten, het dorp dat tijdens de oorlog geheel van de aardbodem verdween, het verwoordde: Ze hebben het dorp afgebroken en nu moeten ze ook meebetalen om het weer helpen op te bouwen. En dat is gelukt.

Zomerhuizen ten noorden van Nes. Op de ansichtkaart is linksboven een bunker die in gebruik is genomen als zomerhuis te zien. (Ameland, 29 juni 1948)