De bezetting van de Waddeneilanden vormt een apart hoofdstuk van de oorlogsgeschiedenis. Nergens in Nederland zaten bewoners van het kustgebied en bezetter zo dicht op elkaar en waren ze zo tot elkaars gezelschap veroordeeld. Op de eilanden ontstond gedurende de oorlog een situatie van gedwongen samenzijn.
Net als in de rest van Nederland werd het strand en het duingebied vanaf eind 1941 verboden gebied voor bewoners die niet over een Ausweis beschikten. De zomerhuisjes in het duingebied werden op last van de bezetter afgebroken. Een Ausweis was alleen beschikbaar voor eilandbewoners, die voedsel en materialen leverden aan de Duitse bezetting, of die werkzaamheden verrichten voor de bouw van bunkers en onderkomens.
Afbraak zomerwoningen tijdens de oorlog door Amelanders. De in de duinen gebouwde zomerhuizen bij Nes en Hollum werden vrijwel allemaal in opdracht van de Duitse bezetting afgebroken. Alles in de buurt van bunkers en posten moest worden afgebroken. (15 augustus 1942)
Slechts de dorpen en kleine delen van de eilanden waren vrij toegankelijk voor de eilandbewoners. Op Texel hadden de bewoners nog de meeste ruimte. Het eiland bestaat uit veel meer dan strand en duinen. Achter het duingebied is nog veel ruimte in het poldergebied. In mindere mate gold dit ook voor Ameland en Terschelling. Maar op Schiermonnikoog en Vlieland zaten de eilandbewoners echt opgesloten in hun dorp. Op deze eilanden bevond zich op elke bewoner één Duitse militair.
Met uitzondering van Texel duurde voor de Waddeneilanden de eerste fase, waarbij de rust werd gehandhaafd en de Duitse bezetting terughoudend was, tot het eind van de oorlog. Ook al drong op de eilanden door dat de repressie van de bezetter in Nederland toenam en dat het bezettingsregime uitmondde in chaos en roof, de intentie van de Duitse troepen bleef toch om de situatie leefbaar te houden. Als je zo dicht op elkaar zit kun je maar het beste de rust bewaren.
Op de foto zien we staand van links naar rechts: Elly Sere, de Duitse officier Petrowitz, Leny …. en Siebe Visser. Zittend: een Duitse soldaat en Kitty Faber. De foto is genomen voor de woning van Siebe Visser aan de huidige Burgemeester Waldaweg. (Ameland, 29 september 1943)
De eilandbewoners zaten letterlijk opgesloten. Slechts bij hoge uitzondering mochten zij even van het eiland af. Het spreekt vanzelf dat zij, die een goede relatie onderhielden met de bezetter, daar minder moeilijkheden mee ondervonden. De Duitse bezettingstroepen vonden het op de eilanden wel prima. Behalve een enkele fanatiekeling was de meerderheid tevreden op deze plek ver van het front. De bezetting van de eilanden bestond dan ook niet uit elitetroepen. Zeker naarmate de oorlog vorderde werden de beste eenheden aan de kustbewaking onttrokken om aan het oostfront te strijden. De bezettingseenheden van de eilanden bestonden steeds vaker uit reservisten en uit eenheden die na gevechten aan het oostfront aan de kust op adem mochten komen.
Piet Kaspers herinnert zich van de bezetting vooral de vliegtuigen die werden neergeschoten. Duitse soldaten, van wie er zo'n 1.200 op Terschelling gelegerd waren, zag hij niet vaak. "Die zaten meestal op hun post," vertelt hij in een serie van Omrop Fryslân over ooggetuigen van de oorlog op de eilanden (deels Fries gesproken).